Speel eerst de memory in de box hierboven.

Noteer dan de woorden uit de memory bij oef. 1.

Bij oefening 2 moet je 'tie' in fluo zetten en het woord daarna kopiëren

voorbeeld: advertentie     advertentie

Bij oefening 3 moet je het juiste stukje kleuren en daarna het woord kopiëren:

voorbeeld:

Heb jij veel fanta  sie / tie ?         fantasie

Bij oefening 4 op p. 24 maak je samenstellingen met politie en daarna met vakantie

voorbeeld: politie en kantoor      politiekantoor

voorbeeld: krokus en vakantie   krokusvakantie

Je mag de woorden politie en kantoor in de samenstelling gebruiken om te beginnen  maar ook als laatste woord.

Oefening 5 op p. 25 is een MAGJE     

Bij oefening 2 ga je op zoek naar woorden waarbij je 's' hoort, maar 't' schrijft.

voorbeeld: adoptie

Bij oefening 3 moet je het woord met ie gaan zoeken in de rij, je zet het woord in fluo en je noteert het daarna op het lijntje

voorbeeld:

majesteitgelukkigprestatiesportief         prestatie

Bij oefening 4 noteer je het juiste woord met lidwoord bij elke prent.

Oefening 5 is een MAGJE

In deze les ga je woorden waarin je een 's' hoort, schrijven met een 't' zoals bijvoorbeeld: 

je hoort 'vakansie', maar je schrijft vakantie.

Bij oefening 1 zoek je eerst horizontaal naar de woorden, daarna ga je horizontaal naar de woorden zoeken.

Met de letters die overblijven, kun je een zin vormen. Die schrijf je onderaan p. 26